Foto: Pexels

Pesten op een fijne school komt extra hard aan

Pesten in het voortgezet onderwijs is afgenomen, maar niet op de basisschool, blijkt uit cijfers van het ministerie van Onderwijs. Goed nieuws, vindt ‘pest-professor’ René Veenstra, maar achterover leunen kan niet. ‘Je wilt dat elk kind een fijne schooltijd heeft.’

Uitschelden, buitensluiten, spullen afpakken of kapot maken, slaan en gemene berichtjes sturen via sociale media: in het voortgezet onderwijs hebben steeds minder kinderen ermee te maken. Het pesten is er afgenomen ten opzichte van twee jaar geleden. Het gaat daar nu nog om 5 procent van de kinderen die één keer per maand of vaker wordt gepest, blijkt uit cijfers van het ministerie van Onderwijs. In 2014 lag dat percentage op 11 procent van de leerlingen en in 2016 op 8 procent.

In het basisonderwijs is het percentage kinderen dat wordt gepest niet verder gedaald. Net als in 2016 gaf 10 procent van de kinderen aan één keer per maand of vaker te worden gepest. In 2014 was dat nog 14 procent.

Volgens minister Arie Slob is het goed nieuws voor de tienduizenden kinderen die nu niet meer met een steen in hun maag naar school gaan, maar blijft aandacht voor pesten nog altijd hard nodig. Daarom heeft hij maandag de Week tegen Pesten geopend.

Lees het artikel verder op: Nederlands Dagblad